Omschrijving
Het bruin blauwtje vliegt op warme graslanden, heiden en duinen. Deze soort zit ook op zandige pioniervegetaties, bijvoorbeeld in nieuwbouwgebieden of zandafgravingen, en kan daar kleine maar talrijke populaties opbouwen.
De eitjes worden afgezet op kleine Geranium (ooievaarsbek) soorten en op zonneroosjes. De kleine rups vreet eerst venstertjes in het blad door alleen de onderste bladlagen af te schaven. Later voedt ze zich met het hele blad.
Ze wordt vaak bezocht door mieren van de geslachten Lasius en Myrmica . De rups kan in ieder stadium overwinteren. De verpopping vindt plaats in de strooisellaag. Het bruin blauwtje vliegt in twee tot drie generaties,
afhankelijk van de geografische ligging van het vliegterrein.